Mbo’ers komen moeilijk aan de slag

Jongeren hebben grote moeite om een plek op de arbeidsmarkt te veroveren. Vooral mbo’ers vinden lastig een baan. Van de bijna 100 duizend jongeren die in het eerste kwartaal van dit jaar werkloos op de bank zaten, was slechts 30 procent drie maanden later aan de slag. Dat is in tien jaar niet zo laag geweest.

Vooral mbo’ers vallen tussen wal en schip, zegt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat de gegevens woensdag bekendmaakte. ‘De economie trekt iets aan, maar mbo’ers hebben vaak een opleiding voor sectoren waar nog steeds de klappen vallen: de bouw, de thuiszorg en de kinderopvang. Mbo’ers hebben bovendien last van hogeropgeleiden, zegt Van Mulligen. ‘Hbo’ers komen op dit moment ook moeilijk aan het werk, maar kunnen uitwijken naar een baan onder hun niveau.’ Iets meer dan 20 procent van de hbo-afgestudeerden werkt onder hun niveau, blijkt uit onderzoek.

Het is sinds het uitbreken van de crisis eind 2008 aanzienlijk moeilijker voor werkloze afgestudeerde jongeren om op korte termijn een baan te vinden. In het eerste kwartaal van 2008 had ruim de helft na drie maanden werk, een jaar later was dit gedaald naar nog geen 40 procent. Het herstel van de arbeidsmarkt in 2010 en 2011 maakte het voor jongere werklozen iets eenvoudiger snel werk te vinden. Die kans werd echter weer kleiner in 2012, toen de arbeidsmarkt opnieuw verslechterde. Sinds eind vorig jaar trekt de economie weer aan, maar dat vertaalt zich pas later in nieuwe banen. Eind september zaten er 122 duizend jongeren tot 25 jaar zonder werk. Dat waren er weliswaar 28 duizend minder dan een jaar eerder, maar die daling komt ook doordat jongeren zich terugtrekken als werkzoekende. Sommigen kiezen ervoor een tweede studie te doen in de hoop dat ze daarmee hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten.

De crisis op de arbeidsmarkt is nog lang niet voorbij, waarschuwt de Tilburgse hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen. ‘In het mbo zijn voorlopig alleen in de techniek op niveau 4 de vooruitzichten goed. Doorleren kan een optie zijn, maar als je dat niet kan, heb je het ontzettend moeilijk. Roc’s proberen leerlingen om te leiden naar opleidingen met meer perspectief. Maar in de praktijk komt het er inmiddels op neer dat mbo-2 geen startkwalificatie meer is.’

De lagere mbo-niveaus staan inderdaad voor een grote uitdaging, zegt Mirjam Sterk, ambassadeur aanpak jeugdwerkloosheid. ‘Er verdwijnen altijd banen door nieuwe ontwikkelingen en er komen even zo goed nieuwe banen bij. Het lastige is dat we nooit weten welke banen dat zijn. Maar toch moeten de werkgevers, vakbonden, het kabinet en het onderwijs met een antwoord komen. Het onderwijs moet opleiden voor werk, en niet iedereen kan doorstromen naar het hoger onderwijs. We moeten voorkomen dat er een nieuwe sociale onderklasse ontstaat van mensen die niet mee kunnen doen.’

Bron: Volkskrant 

Reacties

Plaats een reactie