Opvolger VAR ongewijzigd ingevoerd per 1 januari
Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft kritiek van de Eerste Kamer op zijn wetsvoorstel Deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) naast zich neergelegd. Veel fracties in de Eerste Kamer vrezen dat vooral uitzenders en detacheerders de dupe worden bij de beoogde opvolger van de Verklaring arbeidsrelaties (VAR). Deze intermediairs moeten vanaf 1 januari voor al hun klanten – opdrachtnemers die zij bemiddelen bij opdrachtgevers – kunnen aantonen dat het echt om zelfstandigen gaat. Zo niet, dan worden ze geacht in dienst te zijn van de intermediair en moet deze loonbelasting afdragen.
Bij de huidige VAR ligt de bewijslast voor zelfstandigheid – en dus het risico op alsnog loonbelasting afdragen als die zelfstandigheid alsnog niet door de fiscus wordt erkend – nog eenzijdig bij de opdrachtnemer. Volgens de DBA is de bewijslast een zaak van opdrachtgever, intermediair en opdrachtnemer: zij moeten elk aangeven dat het geen verkapte dienstbetrekking betreft.
Het andere grote punt van kritiek van de Eerste Kamer is de wel erg korte invoeringstermijn. De nieuwe DBA-verklaringen zijn namelijk door de fiscus goedgekeurde voorbeeldovereenkomsten per sector. Tot nu toe ligt er alleen een goedgekeurd modelcontract voor de thuiszorg, alle andere sectoren moeten nog volgen. De goedgekeurde modellen worden gepubliceerd op de website van de Belastingdienst.