Agrarische sector uitzondering Wwz

De Wet werk en zekerheid veroorzaakt grote problemen in een aantal branches, bijvoorbeeld onderwijs of sectoren waarin gewerkt wordt met seizoenarbeid, zoals de horeca en land- en tuinbouw. De organisatie voor land en tuinbouw (LTO) heeft samen met de vakbonden FNV en CNV Vakmensen een akkoord bereikt met minister Asscher over de versoepeling van de ketenbepaling voor seizoenarbeid in de agrarische sector.

Ketenbepaling
Flexwerkers kunnen door de Wwz sinds januari 2016 al na twee jaar aanspraak maken op een vast contract in plaats van drie jaar zoals voorheen. Ook worden tijdelijke contracten als opeenvolgend beschouwd bij een tussenperiode van zes maanden, in plaats van drie maanden zoals voor de ingang van de wetswijzigingen het geval was. De intentie van deze regeling is ervoor te zorgen dat flexwerkers sneller in aanmerking komen voor een vast contract. In de praktijk levert deze regeling echter grote problemen op voor branches die afhankelijk zijn van seizoenarbeid om goed te kunnen functioneren. Een voorbeeld hiervan is de agrarische sector. Het oogsten kan niet op een willekeurig moment worden ingepland, maar alleen gedurende bepaalde periodes. Flexkrachten zijn dus de enige oplossing voor seizoenafhankelijke arbeid.

Nieuw akkoord
De onderbreking tussen twee werkperioden mag onder voorwaarden korter zijn dat de eerder wettelijk bepaalde periode van zes maanden. Deze afspraken gelden voor seizoenarbeid in de agrarische sector zoals teelt-, productie- en oogstwerk. Dergelijke seizoenfuncties zijn nu volgens het akkoord een uitzondering op de ketenbepaling van de Wwz. De afspraken die hieruit volgen zullen na verdere onderhandelingen worden vastgelegd in de cao’s. Wel werpt dit natuurlijk de vraag op of dit écht een uitzondering zal blijven, of dat steeds meer sectoren een voorstel zullen maken om voor uitzondering in aanmerking te komen.

Meer lezen over flexkrachten en de Wwz? Ga dan naar het artikel Overhaaste conclusies succes flexwet

Reacties

Plaats een reactie