Overheidsfranje fleurt sociaal beleid op

Werk is een van de speerpunten van het kabinet. Ze zeggen het zelf, het staat letterlijk in de begroting van het ministerie van SZW voor 2018. Maar woorden alleen maken geen werkelijkheid van fantasie. De werkelijkheid is dat werken op een laag pitje staat bij deze regering. Voor duurzame inzetbaarheid in 2018 trekt het kabinet zeven ton uit.

Dat is een flink bedrag als het op je bankrekening staat, maar op die van het ministerie valt het niet eens op. Het ministerie van SZW heeft een potje van rond de 70 miljard euro te besteden. Daarvan is 0,001 procent bestemd voor duurzame inzetbaarheid. Aan duurzame werkloosheid wordt heel wat meer uitgegeven (vijf miljard aan uitkeringen; ruim 7 procent).

Louter lippendienst dus voor duurzaam werken? Helaas is het antwoord ja. Want behalve het budget valt ook de uitleg over de investering tegen. Een duurzame arbeidsrelatie is gunstig voor de werkende en de werkgever, zo motiveert het kabinet de uitgave voor duurzame inzetbaarheid. Werknemers kunnen lange-termijnverplichtingen aangaan, wat zich uit in gezinsvorming en consumentenvertrouwen.

Die redenering zal wel kloppen, maar met zeven ton stijgt de gezinsvorming en het consumentenvertrouwen niet bepaald tot grote hoogten. Het oude kabinet legt overigens wel uit hoe die duurzaamheid gestalte moet gaan krijgen. Zoals door minimumloon te laten gelden voor mensen die werken op basis van overeenkomst van opdracht, verhoging van het wettelijk minimumloon, gelijke beloning voor mannen en vrouwen, preventie van beroepsziekten en beter toezicht op arbeidsomstandigheden. Met zo’n ambitieuze waslijst is die zeven ton snel op. Het potje voor duurzame inzetbaarheid heeft dan ook meer het karakter van een aanmoedigingspremie dan van een financiële injectie.

Gek is dat eigenlijk niet, want het huidige kabinet is voorbij de houdbaarheidsdatum. Het wachten is op een nieuwe ministersploeg, die het geld van Vadertje Staat opnieuw mag verdelen. Nieuwe kabinetten zijn er altijd als de kippen bij om te vertellen hoe belangrijk ze de arbeidsmarkt vinden, maar dat zou straks wel eens anders kunnen zijn. De arbeidsmarkt heeft namelijk geen geld nodig. De banen groeien als kool, de werkloosheid verdampt als een rivier in de woestijn en werkgelegenheidsprojecten kunnen amper nog kandidaten vinden.

Als overheid ben je dus wel gek om groot geld te steken in zo’n bloeiend landschap. Vooral als je bedenkt dat de arbeidsmarkt een jackpot hoort te zijn in plaats van een stroppenpot. Op dit moment klotst de loonbelasting inderdaad tegen de plinten op bij de overheid. Het enige dat je op zo’n moment te doen staat, is wat geld uitgeven aan maatschappelijk verantwoorde zaken. Duurzame inzetbaarheid hoort op dit moment bij franje die beleid zo’n mooi kleurtje geeft. Zeven ton is dan een mooi bedrag. Het lijkt een boel geld, maar je koopt er niks voor.

Reacties

Plaats een reactie