Experiment uitgelicht: Gemeente Deventer aan het woord
door Maarten Jan StuurmanMeer duidelijkheid nodig
Voor de introductie van de Participatiewet stond maatwerk voorop, je moest destijds per persoon een plan opstellen. Er is enorm bezuinigd en geld voor individuele trajecten is er niet of nauwelijks meer. Er was tot op heden ook onvoldoende ruimte in wetgeving om maatwerk te kunnen leveren. Wij zijn daarom verheugd over de toestemming van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om twee jaar lang anders om te gaan met de regels in de bijstand. Ik ben benieuwd of andere afspraken er voor zullen zorgen dat meer mensen een baan vinden. Ons doel is meer duidelijkheid te krijgen over wat een succesvolle methodiek is voor groepen uitkeringsgerechtigden en de kenmerken van deze mensen. We willen ook weten wat nou werkt voor mensen: heel dicht erop of juist volledige eigen regie. Dat is iets wat we ook moeten weten.
Onderzoeksaanpak
Mensen met een bijstandsuitkering moeten normaal gesproken voldoen aan strikte eisen. Zo moeten zij 5 keer per week solliciteren en hebben zij regelmatig overleg met een werkmakelaar van Deventer Werktalent (DWT).
Er komen vier onderzoeksgroepen. Naast een controlegroep waarvoor de huidige situatie geldt, komt er een groep met dezelfde verplichtingen en meer begeleiding. Een groep krijgt minder verplichtingen en vooral begeleiding op afstand. Tot slot een groep met minder verplichtingen en begeleiding naar behoefte. Mensen in deze groep hebben minstens eens per halfjaar een gesprek bij DWT. Hogeschool Saxion begeleidt de proef. Na twee jaar worden de resultaten van verschillende gemeenten met elkaar vergeleken.
Maatwerk is nodig
Met dit experiment hopen we te ontdekken welke aanpak goed werkt. En dat kan per persoon verschillen. Soms wil je de druk op mensen vergroten om ze te motiveren aan het werk te gaan. Dan is een strenge en intensieve aanpak nodig. Soms staat iemand juist zo ver van betaald werk af, dat het onnodig hard is diegene te verplichten een aantal sollicitaties per week te doen. Dan is bijvoorbeeld het hoogst haalbare dat iemand enige bijverdienste heeft. Laat zo iemand dan in zijn of haar waarde en laat hem of haar die bijverdienste zelf houden.
Hoge lat, maar wel realistisch
Laten we nou gewoon onderkennen dat lang niet voor iedereen betaald werk is weggelegd. Dat betekent niet dat wij de lat niet hoog leggen, de lat moet juist wél hoog. Maar bepaalde groepen mensen kunnen nou eenmaal niet met de niveaustijging in de arbeidsmarkt meebewegen. Wij willen niet trekken aan iemand van wie je al kunt inschatten dat diegene geen betaald werk kan vinden. En laat ik duidelijk zijn: voor mensen bij wie duidelijk is dat ze aan het werk kunnen, is de ouderwetse schop onder de kont soms nog de beste methode.
Palet aan instrumenten
Niet ieder mens is gelijk, geen enkele situatie is een-op-een gelijk aan een andere situatie. Het is afhankelijk van de persoon, zijn omstandigheden, gezondheid en de arbeidsmarkt. Gelukkig kunnen we met deze experimenten gaan kijken of het inderdaad werkt als je je instrumenten varieert afhankelijk van dat soort variabelen.
Lokaal beleid en bestuurlijke keuzes
Inwoners van Deventer zijn van oudsher wat lager opgeleid, dat zie je terug aan de samenstelling van de bijstand. En er is juist steeds minder werk op laag niveau. Vroeger had je nog veel werk in de logistiek, orderpickers bijvoorbeeld. Maar dat werk is vrijwel helemaal weg-geautomatiseerd. Bedrijven als IT-bedrijf Topicus in Deventer hebben voortdurend vacatures, maar niet voor onze mensen in de bijstand. En die krijg je over het algemeen ook niet op dat niveau. It’ers in de bijstand? Die hebben we niet in Deventer! Er moet ruimte zijn om beleid af te kunnen stemmen op specifieke lokale demografische en economische omstandigheden maar ook voor bestuurlijke keuzes.