• Alles
  • Arbeidsmarkt
  • Arbeidsrecht
  • Arbo
  • Coaching
  • Detacheren
  • Flexwerk
  • Inzetbaarheid
  • Mobiliteit
  • Opleiden & leren
  • Re-integratie
  • Recruitment
  • Talent management
  • Werving & Selectie
  • Wetgeving

Experiment uitgelicht: Gemeente Nijmegen aan het woord

door János Betkó
Als derde in onze vijfdelige serie is gemeente Nijmegen aan het woord over de Participatiewet. Tegen welke moeilijkheden loopt de gemeente Nijmegen aan als het gaat om arbeidsmobiliteit? In dit artikel vertelt János Betkó, beleidsadviseur Inkomen over arbeidsmobiliteit, werkgelegenheid en experimenten met de Participatiewet.

In de Participatiewet wordt veel uitgegaan van wantrouwen en controle en er zijn veel (dwingende) regels. De beleidsvrijheid is beperkt, wat maatwerk lastig maakt. Ook is er financieel weinig ruimte, door bezuinigingen van de afgelopen jaren op het Participatiebudget. Daarnaast klopt de verdeling van de bijstandsgelden over gemeenten niet, door de combinatie van een te laag macrobudget en gebreken in het verdeelmodel.

Mismatch

Eén probleem waar de gemeente Nijmegen mee kampt is de mismatch. De economie trekt aan en de werkloosheid daalt, maar veel mensen met een uitkering hebben niet de kwalificaties om daarvan te profiteren. Het bestand is kwetsbaarder geworden, denk aan de instroom van mensen die voorheen in de Wajong zouden komen, en statushouders, terwijl beschikbare vacatures vaak om vrij hoge kwalificaties vragen. Ook is het lastig dat de arbeidsmarkt steeds verder is geflexibiliseerd, terwijl wij als gemeente meer zijn ingericht op het ondersteunen van het vinden van werk via ‘klassieke’ contracten.

Meer vrijheid en gericht beleid

Vanuit de decentralisaties bezien is het logisch dat gemeenten een grote(re) beleidsvrijheid krijgen. Ook is het logisch dat er accentverschillen zijn in het beleid dat gemeenten voeren. Een gemeente waar bijvoorbeeld veel werkgelegenheid is op de arbeidsmarkt voor tijdelijke, parttime banen zal meer in willen zetten op het stimuleren van ‘werken naast de uitkering’. Wanneer de lokale arbeidsmarkt daar nauwelijks perspectieven voor biedt, is het minder zinnig om daar beleid op te voeren.

Drie experimenten

Bij het Nijmeegse experiment Participatiewet worden deelnemers verdeeld over drie groepen. Eén groep mag meer houden van wat ze bijverdienen naast de uitkering. Eén groep mag meer houden van wat ze bijverdienen naast de uitkering én krijgt een ontheffing van de arbeidsplicht. Met andere woorden: ze krijgen het vertrouwen dat ze zelf in staat zijn een goede weg uit de uitkering te vinden. De derde groep mag meer houden van wat ze bijverdienen naast de uitkering, én krijgt daarnaast intensieve begeleiding bij het zoeken naar werk.

Groepsintervisie en persoonlijke coaching

Deze begeleiding verschilt op twee punten van hoe we het normaal aanpakken. Ten eerste hebben deelnemers keuzevrijheid welke instrumenten worden ingezet, en of ze zich (in eerste instantie) willen richten op vrijwilligerswerk, op regulier werk of op het opstarten van een eigen bedrijf. Ten tweede krijgen de deelnemers in dit experiment intensieve begeleiding met groepsintervisies en persoonlijke coaching.

Activeren met een tussenstap

We kiezen voor drie verschillende groepen omdat we willen weten wat het beste werkt om mensen in de bijstand te activeren. Daarbij gaat het niet alleen om activeren richting werk, maar ook (eventueel als tussenstap) naar deeltijdwerk, vrijwilligerswerk, of bijvoorbeeld mantelzorg. En we willen weten in welke mate beleid invloed heeft op het welbevinden en de gezondheid van mensen in de bijstand. Door verschillende aanpakken te vergelijken met onze reguliere aanpak, en met elkaar, kunnen we zo goed mogelijk beleid maken.

Hoge verwachtingen

De verwachting is dat in alle groepen de uitstroom naar werk hoger zal zijn en dat mensen meer zullen bijverdienen naast de uitkering. Die twee zijn aan elkaar gekoppeld: een van de hypotheses is dat het werken naast de uitkering toe zal nemen, omdat mensen er meer voordeel bij hebben. Een aanname is ook dat dit tijdelijk werk naast de uitkering het vervolgens makkelijker maakt om helemaal uit te stromen naar werk. Mensen doen immers werkervaring en een netwerk op.

Geef je eigen re-integratie vorm

Naast de extrinsieke prikkel (meer bij kunnen verdienen) is er ook een intrinsieke prikkel voor de mensen die meedoen en meer keuzevrijheid krijgen bij het vormgeven van hun re-integratie. De mogelijkheid om meer bij te verdienen en de grotere keuzevrijheid leiden naar verwachting tot positieve gevolgen voor de gezondheid en het welbevinden van mensen.

Enthousiaste deelnemers

We hebben op dit moment ongeveer 200 aanmeldingen; de echte werving voor deelnemers aan de experimenten is onlangs gestart. Er is wel geïnventariseerd onder bijstandsgerechtigden, een deel van hen was enthousiast om zich aan te melden. Het spannendst vinden we hoe mensen gaan reageren in de groep die meer begeleiding krijgt. Het risico bestaat dat mensen dit ervaren als “meer controle van de gemeente”. De insteek is echter om mensen juist extra goed te begeleiden op een manier die bij hen past, waar ze zelf voor kiezen. Over de mogelijkheid om meer bij te verdienen zijn de meeste reacties positief, dat is ook logisch. Baat het niet, dan schaadt het niet.

Over twee jaar hopen we te zeggen …

We hopen natuurlijk dat het werkt! Dat door de bijstand op een andere manier in te richten mensen eerder uitstromen uit de bijstand naar werk. Dat als ze in de bijstand blijven, ze meer tijd besteden aan zaken die het kansrijker maken om later alsnog uit te stromen, of die maatschappelijk nut hebben. Denk aan bijverdienen naast de uitkering, vrijwilligerswerk, mantelzorg, of onderwijs volgen. Dat ze gelukkiger en gezonder zijn. Het houdt voor ons overigens niet al na twee jaar op. Een jaar na het experiment doen we nog een meting, om te kijken wat de effecten zijn op de wat langere termijn.

Tip voor het kabinet: sluit jongeren niet uit

We ondervinden hinder van het categorisch uitsluiten van jongeren (27-) van iedere vorm van bijverdiensten. Of dat nou een vrijwilligersvergoeding, premie of uit deeltijdwerk is. Er zijn situaties waarbij het wél mogelijk maken van een vergoeding zou helpen jongeren te activeren. Daarnaast past zo’n categoriale uitzondering ook helemaal niet binnen het idee van de decentralisering van Rijk naar gemeenten. Deze bepaling zorgt er overigens voor dat er geen mensen van onder de 27 mee kunnen doen aan onze experimenten.

János Betkó Beleidsadviseur Inkomen gemeente Nijmegen