Transitievergoeding langdurig zieken op losse schroeven

De Raad van State adviseert het kabinet de beoogde compensatie van werkgevers voor de transitievergoeding bij langdurig zieken te heroverwegen. De reden is dat de regeling te duur wordt. De compensatie wordt gefinancierd uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf), waar uiteindelijk alle werkgevers voor betalen. Daarnaast zullen de uitvoeringskosten voor het UWV te hoog zijn. Dat concludeerde de Raad Van State (RvS) vorige week.

Pak de oorzaak aan

Het doel van het wetsvoorstel van demissionair Minister Asscher is om werkgevers te compenseren voor de dure transitievergoeding, nadat ze twee jaar loon hebben doorbetaald bij langdurig zieken. Vanaf 1 januari 2019 zou het UWV deze specifieke transitievergoeding terugbetalen. Niet alleen voor nieuwe gevallen, maar voor alle gevallen sinds de invoering van de transitievergoeding in 2015. De RvS adviseert de oorzaak van het probleem aan te pakken, namelijk de werking van de Wwz, in plaats van een extra regeling toe te voegen die de boel niet alleen compliceert maar ook op kosten jaagt.

Bedoeling transitievergoeding

Wat in de huidige berichtgeving voor het gemak even lijkt te worden vergeten, is waar de transitievergoeding eigenlijk voor bedoeld is. Namelijk als compensatie voor medewerkers voor de financiële gevolgen van ontslag, maar misschien nog wel belangrijker: om de overstap naar een andere baan te mogelijk te maken. Een aanzienlijk deel van de mensen die langdurig ziek zijn geweest, zullen bij herstel een re-integratietraject ingaan. Na jarenlange ziekte is het niet eenvoudig om weer een baan te vinden. Juist deze cliënten hebben de transitievergoeding hard nodig. Compensatie is volgens de RvS te duur, maar de huidige situatie waarin zieke werknemers na 2 jaar slapend in dienst worden gehouden is evenmin gewenst.

Huidige vorm

Het is de vraag of het wetsvoorstel in zijn huidige vorm nog wel doorgaat na dit negatieve advies. Ook worden er nog veel aanpassingen verwacht voordat zowel de Tweede als de Eerste Kamer hiermee zullen instemmen.

Reacties

Plaats een reactie